Belasting op tweede verblijven en weekendhuisjes

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

Procedure

De belasting op tweede verblijven en weekendhuisjes is een ingekohierde gemeentebelasting. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf. 

Regelgeving

Op deze pagina kan je het reglement met betrekking tot de belasting op tweede verblijven en weekendhuisjes nalezen.

Uitzonderingen

Als tweede verblijf worden niet beschouwd :

  • de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit
  • de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden
  • de leegstaande woongelegenheden waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij in de loop van het aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend
  • de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of kampeerverblijfpark